Kennisbank

Sportmassage na het wielrennen!?

Veel wielrenners in de Tour de France krijgen een goede sportmassage na een zware etappe. Maar wat doet dit precies?
Na een lange slopende rit vraagt het lichaam om herstel. Benen voelen verzuurd, trillen, krijgen kramp en voelen pijnlijk aan. Ook het bovenlichaam krijgt het te verduren vanwege de lange onnatuurlijke houding op de fiets. Een sportmassage is lijkt dan een uitstekend idee.
Vooral de bovenbenen en kuiten zullen baat hebben bij een herstellende sportmassage. Maar vergeet ook de bovenrug, schouders, onderrug en billen niet.

Een post-activiteitsmassage verbetert de hersteltijd doordat vloeistoffen en gifstoffen uit de ruimten tussen spiervezels kunnen worden afgevoerd en de bloedstroom, zuurstof en voedingsstoffen de kans krijgen om weer binnen in de spieren te komen. Een toename van de bloedstroom en voedingsstoffen voor de spieren vertaalt zich natuurlijk in een beter herstel.

Naast de fysieke voordelen heeft een massage ook mentale voordelen. De sporter kan op de bank even bijkomen van de zware inspanning en zijn of haar verhaal kwijt in een vertrouwde omgeving.

Tevens kan de sporter en de masseur nagaan of er bepaalde plekken extra pijnlijk of gespannen zijn en daarop een behandelplan maken om beginnende blessures te voorkomen.

Naast de sportmassage is het heel belangrijk om te zorgen voor een actief herstel. Je ziet professionele wielrenners na een zware koers vaak gelijk weer op de fiets springen om uit te fietsen. Rustig wandelen of simpele oefeningen doen werkt ook goed voor het herstel. Daarnaast is het zaak om een gezonde maaltijd te nemen ter herstel.

Sportmassage voorafgaand aan een lange wandeling!?

De wandelaars van de Nijmeegse vierdaagse kunnen wel een sportmassage gebruiken zou je zeggen. Maar wat doet een sportmassage voorafgaand aan het wandelen?
Een stimulerende massage om de spieren ‘aan te zetten’ is gewenst voorafgaand aan het sporten. De bloedtoevoer naar de dieper gelegen spieren moet in gang gezet worden en de prikkels die de spieren ontvangen maken de spieren alert. Daarnaast speelt de psychologie een rol, mentale spanningen kunnen weggenomen worden en de therapeut kan de sporter op een bemoedigende en positieve manier toespreken. Eventuele zorgen of twijfels kan de sporter uiten in een veilige omgeving op de massagetafel.
Meer over de effecten van sportmassage lezen? Koop dan het kennisartikel ‘sportmassage voor en na sport’ van Masseurs Netwerk Nederland. In dit artikel worden de resultaten uit meerdere wetenschappelijke studies beschreven, waaronder een review en meta-analyse uit 2022.
Wil je ook sportmasseur worden? Dat kan bij ons in Leiden! Lees alles over onze opleiding sportmassage en verzorging op: https://www.smc-academy.nl/opleidingen/opleiding-sportmassage-en-verzorging/

Inleiding

Op meerdere plekken in het lichaam kunnen peesblessures ontstaan. Denk aan de ‘tenniselleboog’, ‘springersknie’ en ‘achillespeesklachten’. Maar zijn dit wel de juiste termen? Deze peesblessures zijn vaak overbelastingsblessures en worden in de (para)medische praktijk en wetenschap tendinopathie genoemd. Ook kunnen er actute peesblessures ontstaan zoals een peesruptuur of acute ontstekingen in de pees of in omliggende structuren zoals de slijmbeurs. In dit artikel worden drie veelvoorkomende peesblessures besproken en komt ten slotte een veelgebruik model voor het indelen van tendinopathie aan bod. Wil je meer leren over de diagnostiek en behandeling van peesblessures? Volg dan de e-learning verdieping in peesblessures: https://www.smc-academy.nl/opleidingen/e-learning-verdieping-in-peesblessures/

Achillespeestendinopathie

Bij een achillespeestendinopathie zijn de afwijkingen in de pees zelf gelokaliseerd. Bij klinisch onderzoek worden een of meer verdikkingen in de pees gevonden die drukpijnlijk zijn. De patiënt met deze aandoening heeft vaak last van ochtendstijfheid in de getroffen achillespees. Deze stijfheid, die gepaard gaat met pijn, is ook aanwezig bij het begin van de sportactiviteit. In het eerste stadium kunnen de klachten na de warming-up verdwijnen, om vervolgens in alle hevigheid terug te komen. De diagnose kan klinisch worden gesteld, echografisch onderzoek kan de ernst en locatie van de klacht verduidelijken. Bij een insertietendinopathie zijn de klachten vrijwel hetzelfde als bij een tendinopathie, echter bevinden de klachten zich meer distaal, zoals de naam al zegt rond de insertie van de achillespees op de calcaneus. Hierbij is de pees zelf vaak pijnvrij.

Patellapeestendinopathie

Een patellapeestendinopathie (springersknie) is een pathologie waarbij pijn en dysfunctie optreden in de pees die over de knieschijf loopt. De klacht komt het meest frequent voor bij atleten die veel springen en van richting veranderen. Na het ontstaan van de klachten zullen niet alleen de sportactiviteiten belemmerd zijn. Ook dagelijkse activiteiten als traplopen, door de knieën zakken, opstaan en lang achter elkaar zitten, kunnen de pijnklachten provoceren. Een patellapeestendinopathie manifesteert zich klinisch met een gelokaliseerde pijn ter hoogte van de aanhechting van de patellapees aan het bot en dan vooral tijdens belastende activiteiten als springen en van richting veranderen. Als je de aangedane pees microscopisch bekijkt dan valt op dat de collagene bundels niet meer parallel lopen, maar dat het weefsel dusdanig is veranderd dat een aantal vezels kriskras door elkaar lopen.

Laterale elleboog tendinopathie

De laterale zijde van de elleboog is de kant van de elleboog waar de meeste pijnklachten optreden. Klachten die hier vaak voorkomen zijn de zogenaamde ‘tenniselleboog’, referred pain vanuit de cervicale en de thoracale wervelkolom, een bursitis of een combinatie van meerdere factoren. Bij een patiënt tussen de 30 en de 60 jaar met lokale laterale elleboogpijn, zonder pijn in de nek of de arm lijkt de tennisarm als pathologie het meest waarschijnlijk. De term ‘tenniselleboog’ is vrij ongelukkig gekozen, aangezien deze term doet denken dat de aandoening het meest bij tennisspelers voorkomt. Onderzoek geeft echter aan dat deze pathologie vaker tegen wordt gekomen bij personen die geen tennis spelen als bij personen die dit wel doen. Een andere term voor deze pathologie is ‘laterale epicondylitis’. Deze term duidt op een ontstekingsbeeld (itis) aan de laterale epicondyl. Echter is ook deze term niet helemaal op zijn plaats aangezien de primaire pathologie in chronische gevallen geen ontstekingsproces is. Een andere veelgebruikte term is epicondylosis, wat zou duiden op degeneratieve veranderingen (osis). Ook dit is niet bij iedereen met pijn aan de laterale elleboog het geval, waardoor ook deze term niet de juiste is. Aangezien al deze specifiekere termen niet volledig bij het patroon passen is bij deze pathologie uiteindelijk gekozen voor een algemenere naamgeving, waarbij ‘laterale elleboog tendinopathie of ‘laterale elleboogpijn’ het meest worden gebruikt.
De pijn die wordt gevoeld bij laterale elleboogpijn is een diffuse pijn welke is gelokaliseerd rond de laterale epicondyl. Soms straalt de pijn door naar de onderarm, echter treedt de pijn nooit op in de hand of de vingers. De ontstaanswijze is vaak langzaam, maar komt soms ook acuut voor.
Het pezige deel van de m. extensor carpi radialis brevis is meestal betrokken, evenals de m. extensor carpi ulnaris. De pijnklachten zijn het hevigst bij het vasthouden van een voorwerp en bij het extenderen van de pols.

Model tendinopathie

Tendinopathie als gevolg van overbelasting is lastig om te behandelen. In de praktijk zien we veel verschillende mensen die hun pezen anders belasten en deze pezen herstellen vaak ook anders. Veelvuldig wordt vertelt dat pezen slecht doorbloed zijn en daarom slecht herstellen. Hier zit een kern van waarheid in maar er is meer aan de hand. Het continuüm model van Cook en Purdam uit 2009 (en een update van dit model uit 2016 van Cook, Rio, Purdam en Docking; Revisiting the continuum model of tendon pathology: what is its merit in clinical practice and research?) maakt duidelijk dat een pees door overbelasting in combinatie met individuele factoren reactief (pijnlijk en gezwollen) kan worden en indien er niet goed met de klachten wordt omgegaan (bijvoorbeeld door door te blijven sporten ondanks de pijn of door ongezond te leven) dan kan de pees slecht herstellen wat resulteert in een ‘dysrepair’ van de pees. Duurt de peesblessure langer en/of wordt er niet goed mee omgesprongen dan kan de pees zelfs in een degeneratief stadium terecht komen, dan is herstel qua weefsel vaak lastig en dient de behandeling gericht te worden op het verminderen van de pijn en het verbeteren van de functie. Gemiddeld duurt zo’n peesherstel 12 maanden maar dit is afhankelijk van vele factoren. Door kennis te hebben van het continuüm model van tendinopathie kan de behandeling beter ingesteld worden en is de prognose duidelijker. Echografisch onderzoek kan vaak behulpzaam zijn om te zien in welke fase de peesblessure zich bevind. Adviezen, oefeningen en opbouw in sportbelasting zijn de standaardzorg. Shockwave-therapie of Percutane Electrolyse kunnen dienen als regeneratieve therapie waarna verder gegaan moet worden met oefeningen, vliegwieltraining (flywheel training) kan dan ook ingezet worden om de pees met een excentrische overload te belasten en zodoende de pees en omliggende spieren sterker en belastbaarder te maken.

In onze e-learning verdieping in peesblessures krijg je meer informatie over diverse tendinopathieen, worden de beste oefenenprogramma’s uitgelegd, krijg je echografiebeelden te zien en verdiep je je nog veel meer in peesblessures volgens de laatste richtlijnen en inzichten vanuit wetenschappelijk onderzoek én de praktijk. Meer informatie: https://www.smc-academy.nl/opleidingen/e-learning-verdieping-in-peesblessures/